Palestina, officieel de Staat Palestina, is een land in het Midden-Oosten grenzend aan Israël, Egypte en Jordanië. Palestina wordt door een meerderheid van de internationale gemeenschap erkend, maar niet door Israël, dat het merendeel van het grondgebied bezet houdt.

Palestina eist de soevereiniteit over de zogeheten Palestijnse Gebieden op: de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem, die in de Zesdaagse Oorlog van 1967 door Israël veroverd werden op Egypte en Jordanië. De in 1964 opgerichte Palestijnse Bevrijdings Organisatie (PLO) richtte in 1988 de Staat Palestina op die de Palestijnse Gebieden diende te omvatten. In 1993 werden tussen Israël en de PLO de Oslo-akkoorden gesloten, die zorgden voor de oprichting van de Palestijnse Autoriteit, die het gezag kreeg over een deel van de Palestijnse Gebieden. Sinds 29 november 2012 heeft Palestina als staat een waarnemersstatus binnen de Verenigde Naties.

Ambassador Hotel in Oost Jeruzalem

Oorsprong aam Palestina
De naam Palestina gaat terug tot de oudheid. Hij is afkomstig van het Griekse Παλαιστίνη, wat vanuit die taal vertaald werd in het Latijn: Palaestina. Andere bronnen geven aan dat het woord komt van het Hebreeuwse Palesjet, dat binnendringers betekent. De Arabische naam luidt فلسطين, wat getranslitereerd kan worden als Filasṭīn, Falasṭīn of Filisṭīn. Palestina slaat terug op de Filistijnen, een volk dat zich waarschijnlijk rond de 13e eeuw voor Christus in het toenmalige Kanaän (gebied) vestigde. Toen de Israëlieten in Kanaän terechtkwamen waren de Filistijnen een van de volken die zij daar aantroffen en met wie ze regelmatig strijd leverden. De Filistijnen bewoonden het zuidwesten van Kanaän tot het begin van de 6e eeuw v.Chr., toen de Babyloniërs het gebied veroverden. De Filistijnen verging het net als de Joden in dezelfde periode: een gedeelte werd in ballingschap gevoerd en de rest van de Filistijnen ging op in de omliggende volken. Pas in de 2e eeuw liet de Romeinse keizer Hadrianus, om de naam Israël uit te wissen, het gebied Palestina noemen, naar de verdwenen erfvijanden van de joden. Dit nadat de Romeinen de Joodse Opstand neersloegen en de Joden verdreven. Sindsdien heeft het gebied in het christelijke Europa geografisch bekendgestaan als Palestina. Onder de Arabieren stond het gebied echter bekend als Zuid-Syrië. Toen de Britten aan het begin van de 20ste eeuw het mandaat toegewezen kregen over het gebied, kreeg het de voor de hand liggende naam Mandaatgebied Palestina. Zowel Joodse als islamitische bewoners van Palestina, werden destijds derhalve aangeduid als Palestijnen. Het is volgens critici van de Palestijnse staat daarom opmerkelijk dat louter de (nakomelingen van) de Arabisch-islamitische bevolking binnen Mandaatgebied Palestina, tegenwoordig Palestijnen worden genoemd en het door hen geclaimde gebied Palestina. Zij voeren aan dat die bevolking, de tegenwoordige Palestijnen noch ten tijde van het Mandaatgebied, noch in de tijd daarvoor een homogeen volk gevormd heeft. Van een etnische, religieuze of culturele band met de Filistijnen is evenmin sprake. Een Palestijns land of Palestijnse staat heeft bovendien, tot voor kort, nooit bestaan.

Geschiedenis
De Palestijnse Gebieden komen voort uit de delen van het oorspronkelijke Britse mandaatgebied Palestina die tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 in Jordaanse en Egyptische handen kwamen. Arabische landen verwierpen de door de Verenigde Naties voorgestelde tweestatenoplossing. Gedurende de Zesdaagse Oorlog van 1967 kwamen de gebieden in Israëlische handen.

Op 15 november 1988 richtte de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) in ballingschap in Algiers de Staat Palestina op met het uitroepen van de Palestijnse Onafhankelijkheidsverklaring. Het eist de soevereiniteit over de Palestijnse Gebieden op, waarvan de grenzen gegeven worden door de Groene Lijn die afgesproken werd aan het einde van de Arabisch-Israëlische Oorlog. Bij een top van de Arabische Liga in 1974 was de PLO al uitgeroepen tot de enige wettelijke vertegenwoordiger van het Palestijnse volk. In datzelfde jaar kreeg de PLO binnen de VN de status van waarnemende entiteit.

Sinds de bezetting zijn duizenden Palestijnen gevlucht en honderden bij gevechten met het Israëlische leger gedood. Israël heeft ondertussen meer dan tweehonderd nederzettingen in deze gebieden gebouwd. Aanslagen van Palestijnen op Israëlische doelen eisten eveneens honderden doden. In 2005 zijn de nederzettingen in de Gazastrook ontruimd en heeft Israël zich uit dit gebied teruggetrokken. De Palestijnen zijn qua werk, water, voedsel, behuizing, geld, stroom, grensovergangen en transport afhankelijk van Israël.

Na onderhandelingen tussen Israël en de PLO werden in 1993 de Oslo-akkoorden gesloten. Als onderdeel van deze akkoorden werd in 1994 de Palestijnse Autoriteit opgericht, die over bepaalde delen van de Palestijnse Gebieden een bepaalde mate van autonomie kreeg. De Oslo-akkoorden geven niet precies aan wat de toekomst van de Palestijnse Autoriteit zou zijn, maar er was een ongeschreven begrip van beide zijden dat, in het kader van het permanentestatusverdrag, het de basis zou vormen van een onafhankelijke Palestijnse staat. Yasser Arafat werd na het tekenen van de Oslo-akkoorden president van de Palestijnse Autoriteit.

In 2002 vaardigde de Veiligheidsraad van de VN resolutie 1379 uit: "Er moeten twee onafhankelijke staten komen: Israël en Palestina, op basis van resolutie 242 en 338". Deze twee resoluties eisten dat Israël zich terugtrok uit de bezette gebieden, waarmee de VN-Veiligheidsraad duidelijk maakte dat "de staat Palestina" moest komen op de door Israël bezette gebieden. In 2003 besliste de Veiligheidsraad met resolutie 1515 nogmaals dat Israël en Palestina twee onafhankelijke staten moesten worden, en gaf "Het Kwartet" (= VN, Rusland, VS en EU) de opdracht om de "roadmap" uit te voeren. Vanwege de Tweede Intifada en de oorlog in 2006 kwamen de vredesbesprekingen tussen de Palestijnen en de Israëliërs echter tot stilstand.

Na de dood van Yasser Arafat op 11 november 2004 werden op 9 januari 2005 presidentsverkiezingen gehouden waarbij de voormalig premier Mahmoud Abbas van de Fatah-partij tot president werd gekozen. Bij de Palestijnse Parlementsverkiezingen 2006 won Hamas met een overgrote meerderheid in de Palestijnse Wetgevende Raad, het parlement, en werd daarmee de grootste politieke partij in Palestina. Het Kabinet Haniya I werd op 29 maart 2006 geïnstalleerd. Eind 2006 brak de Palestijnse Burgeroorlog uit tussen Fatah en Hamas en wist Hamas op 14 juni 2007 de controle over de Gazastrook over te nemen van Fatah. Hierop ontsloeg president Abbas premier Haniya en benoemde hij Salam Fayyad als opvolger. Hij is van de Derde Weg Partij en dus geen lid van Hamas of Fatah. Palestina is daarmee uiteengevallen in twee delen. Hamas heeft de macht in de Gazastrook en Fatah heeft controle over de Westelijke Jordaanoever.

Op 27 november 2007 werd er in de Amerikaanse plaats Annapolis op initiatief van de Verenigde Staten een internationale vredesconferentie gehouden teneinde vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnen weer op gang te brengen. Op grond hiervan werden op 5 december de directe besprekingen tussen de Palestijnen en de Israëliërs hervat. Op 17 december 2007 werd er in Parijs een internationale donorconferentie gehouden om de Palestijnse Gebieden weer op de been te helpen. Bijna zeventig landen en de grootste internationale organisatie deden hieraan mee. In totaal werd er meer dan vijf miljard euro toegezegd. Op 27 december 2008 begon het Israëlische leger met een militaire operatie in de Gazastrook, naar eigen zeggen met als doel raketaanvallen vanuit de Gazastrook te stoppen. Bij de gevechten en luchtaanvallen vielen onder de inwoners van de Gazastrook ongeveer 1300 doden, waarvan (afhankelijk van de bron) een derde tot twee derde deel burgerslachtoffers zouden zijn. Ook werden 20.000 gebouwen in de Gazastrook verwoest of beschadigd. De materiële schade werd geschat op € 1,3 miljard.

Op 11 mei 2009 deed de VN Veiligheidsraad een hernieuwde oproep voor de oprichting van een Palestijnse staat.[8] Deze oproep is in lijn met de wens van de Amerikaanse regering.[9] Op 12 april 2011 brachten de Verenigde Naties een rapport uit waarin werd geconcludeerd dat Palestina klaar is om zelfstandig te functioneren, waarmee de weg open ligt voor erkenning als een onafhankelijk land.[10] Op 29 november 2012 werd door de Verenigde Naties aan Palestina de status van waarnemend niet-lidstaat toegekend, vergelijkbaar met die van Vaticaanstad. Hierdoor kan Palestina desgewenst toetreden tot VN-commissies en zich ook wenden tot het Internationaal Gerechtshof te Den Haag.

Geografie
Palestina bestaat uit twee door Israël gescheiden gebieden: de Gazastrook ten westen van Israël en de Westelijke Jordaanoever ten oosten ervan.

Gazastrook
De Gazastrook heeft een oppervlakte van ongeveer 360 km². Het gebied grenst aan Israël, Egypte en de Middellandse Zee. De kustlijn is ongeveer 40 km lang, de grens met Egypte ongeveer 11 km en de grens met Israël ongeveer 51 km lang. Het gebied heeft een droog klimaat met milde winters en droge, warme zomers. Het land is vlak tot golvend met duinen aan de kust. Het hoogste punt ligt 105 meter boven zeeniveau. De natuurlijke hulpbronnen zijn landbouwgrond (een derde van het gebied is geïrrigeerd) en recentelijk ontdekt aardgas. De Gazastrook is sterk afhankelijk van water uit de Wadi Gaza, die ook voor Israël een waterbron is.

Westelijke Jordaanoever
De Westelijke Jordaanoever heeft een oppervlakte van 5628 km² en wordt geheel door land omsloten, met uitzondering van het zuidoosten dat grenst aan de Dode Zee. Het gebied bestaat grotendeels uit een onregelmatig heuvelachtig land met wat vegetatie in het westen en vrij weinig begroeiing in het oosten. De hoogte varieert van 408 m onder zeeniveau aan de kustlijn van de Dode Zee tot 1030 m boven zeeniveau op de Nabi Yunis. De Westelijke Jordaanoever kent weinig natuurlijke hulpbronnen, met uitzondering van de hoger gelegen landbouwgrond die ongeveer 27% van het gebied beslaat.

Enkele belangrijke steden op de Westelijke Jordaanoever zijn: Bethlehem, Beit Jala, Hebron of Al Khalil, Jenin, Jericho, Nablus, Qalqiliya, Ramallah, Rawabi en Toelkarem.

Bevolking
Het aantal personen in de Palestijnse Autoriteit bedraagt 3,8 miljoen (Census 2007).

Sinds 1950 is de bevolking met een factor 15 vermenigvuldigd.[18] De oorzaken hiervoor zijn de instroom van vluchtelingen en een snelle natuurlijke aangroei.

De meerderheid van de bevolking is (soennitisch) islamitisch. Zo'n 2% van de bevolking, grotendeels wonend in de Westelijke Jordaanoever, is christelijk. Het percentage christenen is de afgelopen decennia afgenomen. Veel christenen zijn de Palestijnse Gebieden ontvlucht en wonen nu elders, vaak in het Westen.

Het Palestinian Central Bureau of Statistics schatte voor medio 2009 het aantal Palestijnen in de Palestijnse Gebieden op 3,9 miljoen. The Guardian schatte het aantal Palestijnen in de Palestijnse Gebieden op 3,76 miljoen (in 2008). Daarmee behoren de Palestijnse Gebieden tot de snelst in inwoneraantal groeiende gebieden in de wereld met een toename van 30% in tien jaar.

Deze cijfers hebben betrekking op de gebieden die onder controle staan van de Palestijnse autoriteit. Daarnaast hebben de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem een omvangrijke joodse bevolking.

Economie
De Palestijnse Autoriteit ontving aanzienlijke financiële steun van de Europese Unie, de Verenigde Staten en de Arabische Liga. Toen Hamas echter deel begon uit te maken van de Palestijnse regering werd de financiële steun vanuit de Europese Unie en de Verenigde Staten echter bevroren. De reden hiervoor is dat ze Hamas beschouwen als een terroristische organisatie en deze niet wensen te steunen. De humanitaire situatie in Palestina is hierdoor verslechterd. Sinds de burgeroorlog in de Gazastrook, waarbij Hamas de controle over de Gazastrook heeft verkregen en de Fatah is verdreven naar de Westelijke Jordaanoever, ontvangt Fatah weer steun van de EU. Dit om te voorkomen dat het restant van Palestina ook in handen komt van Hamas.

Vele Palestijnen zijn financieel afhankelijk van de Israëlische arbeidsmarkt. Tijdens de jaren negentig is Israël echter begonnen met vervangen van Palestijnen door buitenlandse gastarbeiders.[bron?] Dat was economisch rendabeler en beperkte bovendien de afhankelijkheid van Palestijnen als bron van goedkope arbeid in verband met de Israëlische veiligheid. Dit schaadde de Palestijnse economie.