Algarve (Nederlands (verouderd): Algarvië) was de zuidelijkste van de 11 provincies waarin Portugal tot 1976 was ingedeeld. (Nadien is Portugal ingedeeld in districten.) De voormalige provincie Algarve valt samen met het huidige district Faro. Dit bestrijkt de gehele breedte van de zuidkust en de hoofdstad ervan is de stad Faro.
In het noorden wordt Algarve begrensd door de provincie Alentejo, aan de oostkant door de Rio Guadiana, een grensrivier met Spanje en aan de zuid- en de westkant door de Atlantische Oceaan.
De naam Algarve is afkomstig uit de tijd van de Moorse bezetting van het Iberisch Schiereiland: de streek werd toen "Gharb al-Ândalus" ofwel "het westen van Andalusië" genoemd. Het Arabische "Al-Gharb" betekent "het westen".
Landschap
Het landschap van Algarve is zeer gevarieerd. De kust kent ten westen van Faro de welbekende rotsformaties met kleine strandjes ten oosten van Faro lagunes en kilometerslange zandige stranden.
Terwijl de ruim 80 km lange kuststrook ten westen van Faro met plaatsen als Albufeira, Portimao en Lagos vrijwel geheel ten prooi is gevallen aan het massatoerisme, is het heuvelachtige binnenland (hoogste punt: de Foia met 902 meter hoogte) nog vrijwel onaangetast. Dit binnenland bestaat echter voor een deel uit afgebrande (naald)bossen door bosbranden uit het recente verleden.
Op bepaalde punten aan de kust van Algarve is een heus waddengebied, wat bij vloed overstroomt. Bij vloed is het water zo diep, dat er gevaren kan worden.
Weerbeeld
De gemiddelde temperatuur in de zomer is ca. 23 °C en in de winter ca. 14 °C. De gemiddelde zeewatertemperatuur is in de zomer ca. 21 °C. en in de winter ca. 15 °C.
Algarve is geliefd bij overwinteraars vanwege het zachte klimaat. Vanuit zee staat er vaak een stevige, verkwikkende bries.