Arbois in Montagnes du Jura - het Franse Juragebergte.

De provincie Gerona is de eerste Spaanse provincie bij de passage van de grens met Frankrijk.

Booking.com heeft een aanbod van meer dan 2.330.186 accommodaties over de hele wereld.

Kreta is het grootste en meest zuidelijke eiland van Griekenland. Het heeft voor ieder wat wils.

Peking is de hoofdstad van China en een van de vier stadsprovincies. Samen met Tsjoengking (Chongqing), Shanghai, Kanton (Guangzhou) en Tianjin is Peking sinds 2005 een van de vijf Chinese nationale stedelijke gebieden die dezelfde status hebben als een provincie.

De gemeente Peking grenst in het noorden, westen en zuiden aan de provincie Hebei. In het oosten grenst het ook voor een klein stuk aan deze provincie (grensgebied tussen Peking en Tianjin). In het zuidoosten grenst Peking aan de gemeente Tianjin.

Voor meer informatie zie ook onder de kaart

JavaScript must be enabled in order for you to use Google Maps.
However, it seems JavaScript is either disabled or not supported by your browser.
To view Google Maps, enable JavaScript by changing your browser options, and then try again.

Na Tsjoengking en Shanghai is Peking met een inwonertal van net geen 20 miljoen (census 2010) de grootste stad van de Volksrepubliek. De stad is een belangrijk knooppunt voor verschillende vormen van vervoer met vele spoorwegen, autowegen en autosnelwegen die in en uit de stad gaan. Peking wordt vooral gezien als het belangrijkste centrum voor bestuur, onderwijs en cultuur. De economische hoofdsteden van China zijn echter Shanghai en Hongkong. Peking is een van de vier historische hoofdsteden van China.

In lijn met de tradities die gelden in Oost-Azië, waar de naamgeving 'hoofdstad' expliciet in de naam van de stad voorkomt, is Peking als zodanig benoemd. Beijing (北京) betekent "noordelijke hoofdstad" (北 (běi) = noorden; 京 (jīng) = grote stad), in tegenstelling tot Nanjing ((南京); Nanking), dat "zuidelijke hoofdstad" betekent. Tonkin (het huidige Hanoi) en Tokio, betekenen beide "oostelijke hoofdstad". Kioto (京都) in Japan en Gyeongseong (京城; het huidige Seoel) in Zuid-Korea, betekenen beide simpelweg "hoofdstad".

De naam Peking vindt zijn oorsprong bij een groep Franse missionarissen van 400 jaar geleden: het is de naam voor de hoofdstad in de taal Yue (Kantonees). Het correspondeert met een archaïsche uitspraak die geen rekening houdt met de klankverandering van 'k' naar 'j' in Mandarijn, die optrad gedurende de Qing-dynastie. In de Nederlandse taal is Peking het woord voor deze stad, maar steeds vaker wordt ook de naam Beijing gebruikt.[1]

In China heeft de stad vele namen gehad. Tussen 1911 en 1949, stond de stad bekend als Beiping (北平 Wade-Giles Peip'ing) of "Noordelijke Vrede". De naam werd veranderd omdat de regering van de Kuomintang de hoofdstad verplaatste naar Nanking (Nanjing), waardoor Peking niet langer de hoofdstad van China was. Ook werd ermee aangegeven dat de regering gevormd door krijgsheren niet de legitieme regering van China was.

In 1949 werd de naam Beijing hersteld door de Communistische Partij van China om aan te geven dat de stad weer de hoofdstad van China was. De regering van de Republiek China op het eiland Taiwan heeft dit formeel nooit erkend omdat zij zich zien als legitieme vertegenwoordiger van heel China, gedurende de jaren '50 en jaren '60 van de vorige eeuw was het heel gebruikelijk dat er in Taiwan gesproken werd over Beiping (Peiping), tegenwoordig gebruikt bijna heel Taiwan (inclusief de regering) de naam Beijing.

Yanjing (Wade Giles: Yenching) is en was een andere populaire naam voor Peking, het is een referentie aan de oude staat Yan die bestond tijdens de Zhou-dynastie. Deze naam komt terug in het lokaal gebrouwen Yanjing bier en in Yenching University, een instituut voor hoger onderwijs dat voorheen in Peking was gevestigd.

Peking werd door Marco Polo aangeduid met Cambaluc (Khanbalik).

Er waren al steden in de buurt van Peking in het 1e millennium v.Chr. De hoofdstad van de staat Yan (燕), een van de machten tijdens de Warring States Period, werd gesticht te Ji (T: 薊 / S: 蓟), nabij het moderne Peking. Ji wordt vaak gezien als het begin van Peking, maar voor de 6e eeuw werd de stad verlaten. De exacte locatie van de stad is tot op heden onbekend, ondanks dat er veel moeite is gestoken in het vinden van de plaats.

Gedurende de Sui- en Tang-dynastieën, bestonden er enkele kleine nederzettingen in de buurt van het huidige Peking. Vele oude dichters kwamen hierheen om te rouwen om het verlies van Ji.

In 936, tijdens de Late Jin-dynastie (regeerperiode 936-947) stond de dynastie een deel van Noord-China (inclusief een groot deel van de noordelijke grens en het huidige Peking) af aan de Khitan Liao-dynastie. In 938 zette deze dynastie een tweede hoofdstad op in wat nu Peking is. In 1125 annexeerden de Jurchen het gebied. De hoofdstad van de Jin-dynastie werd in 1153 verplaatst naar de voormalige hoofdstad van de Liao, waarbij de naam werd gewijzigd in Zhongdu (中都), of "de centrale hoofdstad".

Mongoolse troepen brandden de stad Zhongdu tot de grond toe af in 1215 en herbouwden op deze plek hun "grote hoofdstad", Dadu (大都, Wade-Giles: Ta-tu), in 1267, wat het begin is van het huidige Peking. De Mongoolse heerser, Koeblai Khan, die keizer van China wilde worden, vestigde in Dadu, dat dicht tegen zijn machtsbasis in Mongolië lag, zijn hoofdstad. Dadu was gelegen ten noorden van het moderne Peking. Het centrum lag bij het noordelijke stuk van de tweede ringweg, en strekte zich in noordelijke richting uit naar de derde en vierde ringweg. Resten van de stadsmuur uit de Mongoolse tijd staan nu nog overeind.

Cambaluc of Chan-Balik ("Stad van de Heerser"; 汗八力) is de naam waar het huidige Peking onder bekend stond tijdens de Mongoolse overheersing van China. Veroverd in 1215 door Dzjengis Khan, werd het in 1284 door Koeblai Khan tot hoofdstad van het rijk gemaakt en bleef dat tot 1368, toen de Mongolen verdreven werden door de Ming-dynastie.

De stad stond in het Chinees bekend als Dadu, de "Grote Hoofdstad", en is beschreven door Marco Polo. Het was toen een van de grootste steden ter wereld, met vermoedelijk een paar miljoen inwoners. Cambaluc of Cambalu is de westerse verbastering van de oorspronkelijke Mongoolse naam, welke laatste in Mongolië nog steeds voor Peking gebruikt wordt. In 1307 werd het een bisschopszetel.

In 1403 verplaatste de derde Ming-keizer Yongle (朱棣) de hoofdstad van Nanking naar Peking. Hij gaf de stad ook zijn huidige naam. De huidige vorm van de binnenstad werd eveneens gelegd door de Ming-dynastie. De stadsmuur uit het Ming-tijdperk liep op de plaats wat nu de tweede ringweg is.
Ligging van de Verboden stad in het vroegere Peking

De Verboden Stad (Zijin Cheng) werd gebouwd tussen 1406 en 1420, gevolgd door de Hemeltempel (1420) en verscheidene andere bouwwerken. Tiananmen (Poort van de Hemelse Vrede), wat het staatssymbool van de Volksrepubliek is, brandde tot twee keer toe af. De laatste keer werd het herbouwd in 1651.

Nadat de Mantsjoes de Ming-dynastie omver geworpen hadden en hun eigen Qing-dynastie stichtten, bleef Peking de hoofdstad van het Keizerrijk China.

Na de revolutie in 1911, gericht om het feodale keizerrijk om te vormen tot een republiek, zou oorspronkelijk de hoofdstad worden verplaatst naar Nanking. Nadat de hoge Qing-officier Yuan Shikai de laatste Qing-keizer (Pu Yi) tot aftreden had gedwongen, en hiermee het succes van de revolutie had verzekerd, accepteerden de revolutionairen in Nanking dat hij president van de Republiek China werd, en dat de hoofdstad Peking zou blijven.

De staatsman Yuan consolideerde meer en meer macht, wat in 1915 uitmondde in een kortstondig nieuw keizerrijk onder zijn leiding. Deze gebeurtenis was erg impopulair. Zijn bewind viel echter met zijn dood in 1916. Hierna grepen in China de krijgsheren de macht en vochten onderling verschillende oorlogen uit die ook Peking bedreigden.

Na het succes van de Noordelijke expeditie door de Kuomintang, waarbij de noordelijke krijgsheren werden gepacificeerd. Nanking werd in 1928 officieel de hoofdstad van de Republiek China, waarmee de naam Peking werd veranderd in Peiping.

Tijdens de Tweede Chinees-Japanse oorlog, viel Beiping in Japanse handen op 29 juli 1937. Tijdens de bezetting werd de stad weer aangeduid met Peking, en het werd het bestuurlijk centrum van de Noord-Chinese Uitvoerende Raad (North China China Executive Comité) (T: 華北政務委員會 / S: 华北政务委员会), een vazalstaat bestuurd door Japan dat de bezette gebieden bestuurde in Noord-China. Met de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 werd deze staat beëindigd en werd de naam weer Peiping.

Op 31 januari 1949, tijdens de Chinese Burgeroorlog, veroverden de Communistische strijdkrachten Peiping zonder gevechten de stad. Op 1 oktober van dat jaar riep de Communistische Partij van China, onder leiding van Mao Zedong, de Volksrepubliek China uit vanaf de Poort van de Hemelse Vrede (Tiananmen). Enkele dagen daarvoor was Peiping gekozen tot hoofdstad, waarmee de oude naam Peking in ere werd hersteld.

Steden

Steden binnen de gemeente Peking (北京市), maar buiten het stedelijk gebied zijn:

    Changping 昌平
    Huairou 怀柔
    Miyun 密云
    Liangxiang 良乡
    Liulimiao 琉璃庙
    Tongzhou 通州
    Yizhuang 亦庄


Veilig, snel, vertrouwd

Booking.com

Andere citymaps